Ik mag niet klagen

We zijn het verleerd, het klagen.  Nee, ik bedoel niet het verzuurde afgeven. Waardoor we elkaar van alles voor de voeten  gooien en een ieder blind is voor zijn eigen deel. Overhaaste conclusies trekken voordat we echt geluisterd hebben.

Klagen

Ik bedoel het echte klagen uit een innerlijk verscheurd hart. Als we pijn hebben van binnen en ons kwetsbaar voelen, met een verstijfd lichaam. Als we de kaken en lippen stijf op elkaar houden waardoor het gezicht verkrampt. We moeten immers sterk zijn. Toch?

Ik mag niet klagen

Het is een uitspraak waarbij ik mijn bedenkingen heb. We houden niet van slachtoffergedrag. Mensen die hun ellende toeschrijven aan de ander of de omstandigheden. Zwelgen in het gevoel van ‘Ik kan er toch niets aan doen’, gevolgd door zelfmedelijden. Daar houden we niet van.  Jij niet en ik ook niet.

Klaagmuur

Een aantal keren in mijn leven ben ik bij de klaagmuur in Jeruzalem geweest. Een indrukwekkende plaats waar geklaagd mag worden en waar je je pijn achter kunt laten, door anoniem briefjes in de muur te stoppen. Hoe zou het zijn als we een plek creëren waar we echt mogen klagen? Waar je je gebroken hart kunt uitspreken? Want een gepijnigd hart dat zich uitspreekt, doorbreekt de muren van eenzaamheid en van slachtoffergedrag.

Je mag klagen

Ja, het màg.  Je wijst niemand terecht, je legt je klacht bij niemand neer. Je eigen echte gevoelens even voelen, herkennen en èrkennen. Even klagen, misschien even overdrijven, even je eigen slachtoffer zijn. Dat helpt soms om te relativeren en nieuwe moed te pakken.

Klagen

Om de liefde te hervinden en te laten stromen wat dreigt te verzuren. Laten we elkaar ruimte geven om te klagen,  Maar dan ook echt, waarachtig klagen.

Wees welkom